Kang Jae-kyung is een typisch verwend rijkeluiskind. Op zijn achttiende verjaardag erft hij het vijf-sterren hotel van zijn vader. Kang Jae-kyung moet het hotel echter verdienen, wil hij het erven. De toegang tot zijn penthouse, auto's en creditcards worden hem ontzegd en hij wordt overgeplaatst naar een nieuwe school. Daar in zijn geboortedorp Gangwondo moet hij, zonder de regels te omzeilen, afstuderen. Alleen dan heeft hij recht op de erfenis. In zijn geboortedorp komt hij Choi Eun-whan tegen die hij al eerder in Seoel heeft ontmoet. De twee hebben niet bepaald een goede start. Een reeks gebeurtenissen zorgen ervoor dat de twee langzamerhand toch dichter tot elkaar groeien. Tot Kang Jae-kyung op een dag een schokkende ontdekking doet die de levens van de twee op de kop zal zetten.

Een excentriek meisje met de naam Ju-won, houdt erg van de metro en heeft een afspraakje met Se-jin, de bestuurder van een metrostel op Lijn 2 van de Seoul Subway. Se-jin voelt zich onzekerder naarmate hun relatie vordert. De universiteitsstudenten So-hyeon en Ji-woo studeren samen in hetzelfde departement. So-hyeon vraagt aan Ji-woo om haar de kunst van het drinken te leren, als voorwendsel om samen met haar uit te kunnen gaan. Jeong-seok en Soo-jeong werken samen in een reclamebureau. Soo-jeong is verliefd op Jeong-seok, maar Jeong-seok is een weduwnaar én vader, die zijn verleden maar niet los kan laten. En dan is er nog Jin-man, een 'free hug'-activist, die na 6 jaar terugkeert naar Korea om er zijn ex-vriendin te ontmoeten...

In het koloniale Seoul van 1938 groeien twee jongens op met een sterk gevoel van rivaliteit tussen hen. Joon-Sik is een Koreaan die er van droomt om in de voetstappen te kunnen treden van Olympisch kampioen Sohn Kee-chung.

Joseon (Korea), 1895. De economie van Jeonjo’s koninkrijk wordt ernstig verstoord omdat onbekenden valse zilverstaven in omloop brengen. Dat bericht bereikt ook meester-speurder Min Kim, die met zijn makker Seo-pil verbannen is naar een afgelegen eiland.