Het jonge meisje Young-shin lijkt bezeten te zijn door demonen. Vader Kim en Deacon staan op het punt om de zaak te onderzoeken. Maar om het leven van het meisje te redden moeten ze er achter zien te komen of ze echt bezeten is of het slachtoffer is van een menselijke kracht. Of in het ergste geval beide.

Chosun Dynasty, 1509: een Taoïstische tovenaar genaamd Jeon Woo Chi (Dong-won Kang) wordt onterecht van een misdaad beschuldigd en magisch in een eeuwenoud perkament opgesloten. Modern Korea, 2009: gnomen en aardmannetjes verschijnen en zorgen overal voor verwoesting en ergernis. Jeon Woo Chi wordt verlost uit zijn perkament om het probleem op te lossen. Helaas is hij meer een antiheld, die meer interesse heeft in het achternazitten van vrouwen en het uithangen van de toerist.

Een mysterieuze schietpartij vindt plaats in Seoul. Als gevolg hiervan wordt Han-kyu Lee (Kang-ho Song) ontslagen bij de Zuid-Koreaanse geheime dienst. Zes jaar later ziet hij Ji-won Song (Dong-won Kang), de Noord-Koreaanse spion die mede verantwoordelijk is voor zijn ontslag. Deze is echter allang door zijn land in de steek gelaten en probeert nu zijn identiteit te verhullen. Eerst draaien beiden een beetje om elkaar heen, maar ze merken al gauw dat ze elkaar nodig hebben en elkaar aanvullen.

Han-kyung, een plattelandsmeisje, verhuist naar Seoul om bij haar moeder te gaan wonen. Haar leven in Seoul zit vol met psychologische en fysieke tegenslagen. Zo krijgt ze bijvoorbeeld een slipper naar haar hoofd gegooid door een chauffeur. Hae-won, de gooier van de slipper, blijkt de meest populaire jongen van haar woonwijk te zijn. Bovendien heeft hij een oogje op haar. Hij is echter niet de enige.

In het 19de-eeuwse Korea wordt het volk geplaagd door honger en onderdrukking. Omdat hij een opdracht weigert, wordt de slager Dolmuchi ter dood veroordeeld door de wrede en arrogante heerser Jo-Yoon. Op het laatste moment wordt hij gered door de Kundo, een bende die steelt van de rijken om de hongerende boeren te helpen. Dolmuchi sluit zich bij hen aan en verklaart de oorlog aan Jo-Yoon.

Een intellectueel onderzoeksteam naar misdaden neemt de onderneming Won Network onder de loep. Het bedrijf is betrokken bij een zaak van massale fraude. Kim Jae-Myung is de leider van het onderzoeksteam. Hij is slim, charismatisch, agressief en stoutmoedig. President Jin is de voorzitter van Won Network. Park Jang-Goon is het afdelingshoofd van Won Network. Hij is het brein achter deze organisatie, die niet terugdeinst voor verregaande corruptie en samenzwering.

In 1987 wordt de universiteitsstudent en voorstander van de democratie Park Jong-chul door de politie gearresteerd en gemarteld tot hij overlijdt. Zowel de politie als de overheid pogen deze zaak in de doofpot te stoppen, maar ze krijgen tegenstand van de media en de universiteitsstudenten die er alles aan willen doen om de waarheid naar buiten te brengen.

In het jaar 2029 beslissen Noord- en Zuid-Korea een gezamenlijk staatsapparaat op te zetten, na jarenlange voorbereidingen. Niet iedereen is voor deze eenwording en demonstranten laten van zich horen. De protesten worden steeds gewelddadiger en er ontstaat zelfs een terroristische organisatie genaamd Sect.

Vier jaar na de uitbraak van het zombievirus wordt de wereld nog steeds overspoeld door de ondoden. Dit keer wordt de focus gelegd op het Koreaanse schiereiland. De voormalige soldaat Jung-seok, die het eiland wist te ontsnappen, krijgt de taak toegewezen terug te keren. Daar komt hij in aanraking met enkele overlevers.