Roger is een vrijgezelle filmproducent uit Hong Kong. Wanneer hij op een avond thuiskomt, blijkt zijn huishoudster Ah Tao onwel te zijn geworden. De oude vrouw werkt al zestig jaar lang voor de familie van de jongeman en heeft altijd voor hem gezorgd. Ah Tao is als een moeder voor Roger en hij wil het beste voor haar.

De film opent met een verraad tijdens de Ming Dynastie, waardoor de keizerlijke wacht Ah Ching tegenover de afvallige zwaardvechter Fung San komt te staan. Om redenen die te ingewikkeld zijn om uit te leggen bevriezen ze in elkaars armen in een gletsjer. De hedendaagse wetenschappers die hen daar aantreffen beschouwen hen als bewijs dat homoseksualiteit in het oude China al bestond. Maar wanneer de twee uiteindelijk in Hongkong ontdooid en gereanimeerd worden, blijken ze geen grote minnaars.

Een jonge man probeert zijn gevechtsvaardigheden te verbeteren en wordt verliefd op een vrouw met mystieke krachten, maar zijn verleden staat hun verbintenis in de weg.

Twee politieagenten en een informant gaan undercover om te infiltreren in een valsemunterij.

Een geest wordt door reïncarnatie naar de aarde gestuurd en geboren in een familie van goedhartige bedelaars. Hier begint hij aan een ongelooflijke reis om de legende van Wong Tai Sin te worden.