In een dorp genaamd Saroja-stad zijn er zes mannen die de groep zes van Hell vormden. Ze plegen een verscheidenheid aan misdaden, zoals het plunderen, verkrachten en vermoorden van dorpelingen om rijkdom te verwerven en hun verlangens te bevredigen. Nadat ze met succes zoveel rijkdom hadden vergaard, kwamen ze overeen om hun activiteiten te stoppen en hun eigen weg te volgen door de rijkdom te gebruiken. Vanwege hun hebzucht besloten de Zes hun laatste overval te plegen in het dorpsstadje Tower.Masmera Tantari woonde daar met zijn vrouw , een koopman. Tantari richtte een winkel op die kleding en stoffen verkocht. Op de avond van de overval was Tantari op pad voor belangrijke zaken.

Manis en haar vissersvader ontvangen een gast genaamd Suleiman in hun bescheiden huis. Hij is geliefd bij hen beiden en wordt een frequente bezoeker die helpt met de dagelijkse klusjes. Zonder dat Manis het weet, is de jongeman in feite een vermomde prins. Zo bloeit er een romance op tussen een koninklijke man en een gewone man, als het stel bij de eerstvolgende gelegenheid plagerige broeken uitwisselt - terwijl ze hout sprokkelen of tijdens het opruimen van de rumah ibu. Alles is gelukzalig als Manis ermee instemt om in het geheim met Suleiman te trouwen, zelfs nadat hij zijn ware identiteit heeft ontdekt. De scheiding van het liefhebbende paar lonkt wanneer de prins nieuws ontvangt van het paleis en terugkeert naar zijn zieke vader, die op zijn sterfbed instemt met een koninklijk huwelijk tussen zijn zoon en een prinses uit een naburige monarchie. Een familieverzoening en een vervloekte tragedie volgen.