Tijdens de algemene verkiezingen van 1994 vreest Tunin, een monteur met een vast geloof in het communisme, dat zijn partij op het punt staat te verliezen, dus reist hij naar een noordelijk dorp om problemen te veroorzaken. Hij is er nog niet lang of hij heeft al ruzie met een mooie kapster. Hun debat is vurig, net als zijn groeiende en onmogelijk te verbergen passie voor haar. Ook zij is door hem geïntrigeerd, maar hun uiteenlopende ideologieën dreigen hen uit elkaar te houden.

De ouders van de zestienjarige Rocco zijn gescheiden en met beiden heeft hij nog contact. Zijn vader Manuele is een psychiater en zijn moeder Olga een journaliste. Met zijn vader heeft hij altijd ruzie en van zijn moeder houdt hij zielsveel. Als Rocco zijn homoseksualiteit onthult aan zijn familie loopt dit uit op een ramp. Teleurgesteld en zich onbegrepen voelend vlucht Rocco naar Milaan naar een popconcert van zijn idool. Zijn moeder en excentrieke oma Amanda volgen hem.