Een jonge militair wordt in 1862 naar een garnizoen in een grensplaats overgeplaatst. De ongewoon lelijke en ziekelijke nicht van zijn kolonel achtervolgt hem daar met een geobsedeerde verliefdheid.

Ongelooflijk genoeg wordt de bruid bij het altaar op het eerste gezicht verliefd op de beste man, en hoewel hij zich inspant om haar verliefdheid op hem te vermijden, is ze vastbesloten haar huwelijk nietig te verklaren en met de beste man te trouwen. En hoewel ze haar huwelijk kan ontbinden, omdat ze het nooit heeft voltrokken, vertrekt de beste man... om vele maanden later bij haar terug te keren.

Wanneer zijn behoeftige weduwe en schoonzus - voor wie hij nooit was opgehouden gevoelens te koesteren - en haar nietsnuttende zoon na de Tweede Wereldoorlog bij hem komen wonen, vindt een geesteszieke boer die al zijn tijd besteedt aan het vernietigen van niet-ontplofte munitie verspreid over het platteland een nieuw doel in zijn eenzame leven.

In opdracht van een op winst beluste onderneming worden de laatste bewoners van de Bronx vermoord en uitgehongerd, zodat daar een nieuw luxe wooncomplex kan worden gebouwd. Alleen de langharige vechter Trash staat de moordenaars in de weg.

Nicola, een agent, bespioneert zijn vrouw Sarah die sexy zwarte slipjes koopt en realiseert zich dat ze een affaire heeft. Na een gewelddadige confrontatie verlaat hij haar. Onmiddellijk daarna, tijdens het douchen, wordt Sarah doodgestoken met een ijspriem. De politie gelooft dat het een simpele misdaad uit hartstocht is en geeft inspecteur Pierro Terzi de opdracht om zijn voormalige collega binnen te halen. Maar professor Anna Berardi, een criminele pyscholoog die bevriend is met beide mannen, gelooft dat Nicola onschuldig is. Ze suggereert dat de echte moordenaar Franco Tribbo is, een maniak die bekend staat als 'The Midnight Killer' en die vermoedelijk enkele jaren eerder omkwam bij een ziekenhuisbrand. Terzi wordt niet veroordeeld, maar Nicola wordt vermoord en de moorden gaan door...

Het gekwelde leven van Dante Alighieri, van eenzame kindertijd tot de dood in ballingschap, gezien tijdens de reis van Giovanni Boccaccio om zijn geheugen te rehabiliteren.