In Taiwan wordt een jonge vrouw, Lin-Lang, vrijgelaten uit de gevangenis na tien jaar te hebben uitgezeten wegens terroristische activiteiten. Uit verdriet was ze tot het maken van bommen overgegaan nadat haar mentor en minnaar, An Rong, die tevens haar universiteitsprofessor was, werd gearresteerd wegens politieke activiteiten en, naar ze aannam, werd geëxecuteerd. In de gevangenis ontdekt ze dat Rong nog leeft, en ze behoudt haar humeur en gezond verstand gedurende de jaren in haar cel door denkbeeldige gesprekken met hem te voeren. Wanneer ze wordt vrijgelaten, ontdekt ze dat hij getrouwd is, een kind heeft en een conventioneel leven leidt. Ze vindt hem; hij is niet blij haar te zien. Hoe ze reageert op het verlies van de kern van haar leven wordt het onderwerp van de film.

Als in 1945 een einde aan de Japanse bezetting van Taiwan komt, komt het eiland in feite van de regen in de drup. De Chinese overheid hecht weinig waarde aan het nieuwe territorium, waar de werkloosheid oploopt en de onvrede toeneemt, wat zich steeds vaker uit in gewelddadige conflicten.

Een eenzame moeder nodigt haar vervreemde zoon uit voor een vakantie naar Taiwan, maar die verloopt moeizaam door verborgen agenda's en wat ze van elkaar ontdekken.

In de film repeteert een actrice haar rol voor de film Good Men, Good Women, die gaat over het verzet tegen respectievelijk de Japanse bezetting van China in de jaren veertig en de nationalistische overheersing van Taiwan in de jaren vijftig.