Je vais bien, ne t'en fais pas
7/566
Wanneer ze terugkomt van vakantie hoort Lili, 19, van haar ouders dat Loïc, haar tweelingbroer, het huis verlaten heeft na een heftige ruzie met zijn vader. Loïc laat niets van zich horen en Lili raakt er stilaan van overtuigd dat hem iets overkomen is. Verteerd door ongerustheid stopt ze met eten. Ze kwijnt weg en wordt uiteindelijk opgenomen in het ziekenhuis. Maar het mag niet baten: ze laat zich verder wegzakken. Tot er uiteindelijk een brief komt van Loïc. Hij verontschuldigt zich dat hij niets van zich heeft laten horen, vertelt dat hij van stad naar stad trekt, leeft van kleine karweitjes die hij hier en daar opknapt, en hekelt zijn vader die hij verantwoordelijk acht voor hun bekrompen leventje. Loïc is dan ook vastbesloten om nooit meer terug te keren. Lili herstelt, verlaat het ziekenhuis en gaat op zoek naar haar broer.