Verdi's opera over twee geliefden in de hogere kringen van Parijs rond 1840. De jonge Alfredo wordt hopeloos verliefd op de dodelijk zieke Violetta. Een relatie dus, die gedoemd is te mislukken.

Een autistisch kind dat in de jaren veertig en vijftig opgroeide met een moeder die verbitterd is omdat haar angst voor succes zichzelf een mogelijke carrière in de opera heeft ontzegd. Deze woede vertaalt zich in een overbezorgdheid van haar geesteszieke dochter, zelfs in de volwassenheid van het kind. Maar een liefhebbende zuster, die zelf een arm heeft die verlamd is, is een bastion tegen de beperkingen die de moeder haar oplegt en helpt haar zuster uiteindelijk een voller leven te leiden.

Wat gebeurde er met Figaro en zijn vrienden na de gebeurtenissen verteld in de opera’s van Rossini en Mozart? Een mogelijk vervolg wordt verteld in John Corigliano’s ‘grand opera buffa’ The Ghosts of Versailles – een luidruchtig grappig en diep ontroerend werk geïnspireerd op Beaumarchais’ derde Figaro-toneelstuk, La Mère Coupable, en geschreven in opdracht van de Met ter gelegenheid van zijn 100ste verjaardag. Deze uitzending legt de wereldpremière vast, onder leiding van James Levine. Håkan Hagegård is Beaumarchais, de schepper van Figaro, die diep verliefd is op Marie Antoinette (Teresa Stratas in een hartverscheurende voorstelling) en vastbesloten is de geschiedenis te herschrijven en haar te redden van de guillotine. Een jonge Renée Fleming, aan het begin van haar internationale carrière, zingt de ontrouwe Rosina. Gino Quilico is de sluwe Figaro die het heft in eigen handen probeert te nemen, en Marilyn Horne stopt de show als de exotische entertainer Samira.