Astrid is eind veertig en heeft haar leven onder controle. Ze is verliefd geworden op Paul en op hun eerste stedentrip gaanze naar Boedapest voor een paar romantische dagen. Maar in de Hongaarse hoofdstad loopt het anders dan gepland. Ze komen Julius tegen, Astrid's eerste grote liefde, die ze ooit ontmoet heeft op een kunstenaarsfeest in Oost-Duitsland in 1986.

Youssefs nichtje Saida vindt haar vriend, de jonge dokter Hagen Hoffmann, vermoord in hun gedeelde appartement. Op basis van de computeractiviteiten van het slachtoffer gaat de politie ervan uit dat het misdrijf is gepleegd in een drugsomgeving.

De huisvader Saeed is op religieuze missie. Hij wil de voor hem heilige Iraanse stad Mashhad zuiveren van de immorele straatprostituees. Na enkele vrouwen te hebben vermoord, is hij erg aangedaan door het gebrek aan maatschappelijke aandacht voor zijn missie. Intussen bijt de journalist Rahimi zich in de zaak vast.