Casanova
7/51
Casanova neemt ons mee naar het decadente Venetië van de 18e eeuw, naar de salons van het Parijs van voor de revolutie en naar het hof van George III in Londen. Het is de tijd van de verlichting en de wetenschap, er wordt gegokt en er wordt gefeest. Casanova staat er middenin; hij is violist, advocaat, loterijdirecteur en intellectueel. Hij is boer en edelman, rijk en arm, maar bovenal is hij minnaar. Seks is Casanova's eerste levensbehoefte, maar een losbol is hij niet. Zijn liefde mag dan kortstondig zijn, hij is wel onvoorwaardelijk en oprecht. Hij deelt het bed met hofdames, actrices en zelfs met nonnen. Hij wijdt zijn leven aan het genot, maar één ding blijft altijd buiten bereik: simpelweg gelukkig zijn met zijn enige grote liefde, Henriette. In deze pakkende miniserie staat de driehoeksverhouding van de jonge Casanova met Henriette en haar man Grimaldi centraal. Daarnaast zien we ook hoe het afloopt met Casanova. Het is zwanenzang van 's werelds beruchtste Don Juan.