Sergio, een rijke schrijver uit een goede familie, besluit in Cuba te blijven, ondanks dat zijn vrouw en vrienden naar Miami zijn gevlucht. Sergio kijkt terug: op de veranderingen in Cuba, van De Castro revolutie tot de Cubaanse raketten Crisis, het resultaat om te leven in een onderontwikkeld land en zijn relatie met zijn vriendinnen Elena en Hanna.

Oreste is een man van in de dertig en ziet er wat slordig uit. Op een dag besluit hij de kleine haven van Arenales, waar hij heeft gewoond, te verlaten om zonder een bepaalde richting aan boord van 'El Mañana', een vervallen stoomboot, te vertrekken. Vlak voor vertrek ontmoet je twee vreemde karakters: Prins Patagón en Mascaró. Samen zullen ze de zee bevaren en zullen ze vele uitdagingen moeten aangaan.

Toen de revolutie de nikkelverwerkingsfabriek in Moa nationaliseerde, verlieten de Cubaanse technici die met de Amerikanen werkten het land. Een ingenieur slaagt erin om het op gang te krijgen.