Twee mensen overleven een aanval van Cheyennes op een cavaleristenkamp. Een van hen is een vrouw die twee jaar tussen de indianen heeft gewoond en de ander is een soldaat die de Amerikaanse zaak zeer toegewijd is.

De voormalige scout Jess Remsberg redt de jonge Ellen Grange uit handen van vijandige Apachen. Hij brengt haar vervolgens terug naar haar man Willard Grange, die echter meer belang blijkt te hechten aan zijn paarden dan zijn vrouw. Bij thuiskomst ontdekt Jess dat zijn eigen vrouw, een Comanche, door onbekenden is vermoord.

Homer Smith, een op het moment werkloze bouwvakker, trekt richting het westen als onderweg zijn auto ermee op houdt. Midden in de woestijn gaat hij op zoek naar water als hij met geluk een boerderij tegen komt. Hier werken katholieke nonnen, onder de leiding van zuster Maria.

Charly is een zwakbegaafde man die zich maar met moeite staande weet te houden in de wereld. Hij doet meerdere pogingen om te leren lezen en schrijven, maar het wil maar niet lukken. Zijn leraar wil hem helpen en neemt hem mee naar een kliniek. Door een experimentele behandeling die al succesvol was met muizen wordt Charly almaar intelligenter. Emotioneel is hij echter nog steeds de Charly die hij was.

De raciale spanningen dreigen te exploderen wanneer een zwarte man wordt gekozen tot sheriff van een kleine, raciaal verdeelde stad in het diepe zuiden.