Marie is negentien en verveelt zich in haar kleine leventje in een buitenwijk zonder toekomst. In een café ontmoet ze de charismatische en mooie Gerard. Verblind door aanbidding besluit Mary haar ouders en haar baan als klerk te verlaten om te gaan wonen bij de man die zij beschouwt als de liefde van haar leven. Maar Gerard is een pooier, die haar al snel tot prostitutie dwingt. Van thuis tot op straat ontdekt de jonge vrouw geleidelijk een wereld van verval en geweld.

Het is de jaren dertig en twee Sovjet-spionnen (beide Fransen naar nationaliteit) hebben communistische facties geholpen tijdens de burgeroorlog in Spanje. Het is de tijd van Stalins ijzeren heerschappij in de USSR, en de twee agenten worden plotseling door de KGB naar Moskou geroepen. Wetende dat ze buiten hun schuld in de problemen zitten, drijft de angst een van hen tot zelfmoord, terwijl de ander zijn geliefde en haar kind te pakken krijgt en voor zijn leven begint te rennen, wetende dat de KGB hem nooit vrij zal laten gaan.

Inspecteur Gallien ondervraagt op oudejaarsavond Meester Martineaud, een gereputeerde advocaat, over de verkrachting en moord op twee meisjes. Uren aan een stuk bestookt Gallien Martineaud maar die houdt zijn onschuld staande.