In het Venetië van de 18e eeuw is geen vrouw veilig voor de charmes en verleidingskunsten van Casanova. Jong, oud, getrouwd of niet, hij versiert ze allemaal aan de lopende band. Maar dan ontmoet hij de oogverblindende mooie en intelligente schoonheid Francesca Bruni. Zij moet echter niets van hem hebben, want zij wacht op haar grote, ware liefde. Voor de eerste keer in zijn leven wordt Casanova tot zijn stomme verbazing afgewezen door een vrouw. Alle reden om al zijn versiertrucs uit de kast te halen, want hij zal en moet Francesca hebben. Hij heeft zelfs het gevoel dat hij voor het eerst écht verliefd is. Door middel van een aantal slimme vermommingen en listen krijgt hij het voor elkaar om dichter bij Francesca te komen.

Victoria Grant is een arme sopraan die op zoek is naar werk in een nachtclub in het Parijs van rond 1900. In een poging om op te vallen, besluit ze zich voor te doen als graaf Victor Grezhinski, een man die een vrouw nadoet.

Jackie O'Shea leest in de krant dat in zijn regio iemand een grote prijs met de loterij heeft gewonnen. Het dorp waar hij woont met 51 inwoners is het enige dorp in die regio, dus hij denkt dat 1 van hen de winnaar moet zijn.

Op een nacht wordt de vader van de drie kinderen Roberta, Phyllis en Peter weggevoerd door enkele vreemde mannen. Kort daarop moeten de kinderen met hun moeder van Londen naar het platteland verhuizen. Hun nieuwe leven gaat zich afspelen rond de spoorweg.

De mysterieuze meneer Blunden bezoekt mevrouw Allen en haar kinderen Lucy en Jamie met de vraag of zij een oud, vervallen herenhuis willen beheren. Aangezien ze nu in een krap appartementje wonen, is dit een aanbod die ze niet kunnen afslaan. Op het landgoed ontmoeten Lucy en Jamie twee andere kinderen genaamd Sara en Georgie. Zij blijken echter geesten te zijn en vertellen hun verhaal. De twee kleine geesten vragen of de kinderen hen willen helpen een oud mysterie op te lossen, waarbij er terug in de tijd gereisd moet worden.