Parijs, 16 juli 1942. De Franse politie arresteert 13.000 Joden. Die worden in het Vélodrome D’Hiver vastgehouden, van waar ze worden overgebracht naar andere kampen, waaronder Auschwitz. Het hartverscheurende La Rafle volgt deze zwarte bladzijde uit de Franse geschiedenis door de ogen van een aantal personages, zoals de familie Weismann, de twee jonge broertjes Simon en Noé, en de Joodse arts David Sheinbaum.

In Frankrijk, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, komt Albert Dehousse erachter dat zijn vader geen oorlogsheld was en zijn moeder een collaborateur.

Félix, exploitant van botsauto's op een kermisterrein, raakt geobsedeerd door een van zijn klanten, een mysterieuze jonge vrouw genaamd Lola. Félix ontdekt al snel dat Lola wegrent voor haar ex-vriend, een zanger die haar blijft beschimpen. Lola vraagt ​​Félix om zijn liefde voor haar te bewijzen door een man te vermoorden die hij niet kent...

Camille trekt naar het ongerepte eiland Ouessant in Bretanië. Ze gaat er de verkoop afronden van het huis waar ze opgroeide. Haar vader Yvon is 10 jaar geleden gestorven, haar moeder, Mabé, vorig jaar. Camille en haar tante Jeanne slapen nog een laatste nacht in het huis. Het wordt een slapeloze nacht voor Camille. Ze ontdekt tijdens die laatste nacht een familiegeheim.

Nadat haar man Joffrey ter dood veroordeeld is, moet Angélique alleen met haar twee kinderen verder. Ze vlucht naar het hof van Miracles dat wordt geregeerd door Nicolas, een jeugdvriend van Angélique.

De overlevenden van de zevende compagnie proberen naar Zuid-Frankrijk te vluchten. Ze worden echter opnieuw aangehouden en belanden bij een groep officieren die wachten op hun overbrenging naar het strafkamp Oflag.

Twee vrijgezellen pikken tijdens een uitstapje naar zee een liftster op. Het klikt tussen de drie en het meisje neemt haar intrek in hun appartement. Alles loopt heel vlot, tot ze toevallig ontdekken dat het meisje minderjarig is, thuis is weggelopen en door de politie wordt gezocht.