1950, Brooklyn. Een jonge vrouw, Eilis, is verhuisd vanuit een klein dorp in Ierland naar Brooklyn om te werken en carrière te maken. Daar wordt ze verliefd op de Italiaans-Amerikaanse Tony.

Vincent (27) wordt gepakt vanwege het stelen van drugs van leden van de georganiseerde misdaad. Daarna ziet hij zich gedwongen om contact op te nemen met zijn broer Michel. Terwijl hij getuige is van zijn broer zijn achteruitgang.

Het is 1922 op het platteland van Quebec en Claudine Perreault heeft grote plannen voor haar zoon François. Hij zal het priesterschap betreden zodat God haar zal vergeven dat ze een buitenechtelijk kind heeft gekregen. Maar de 17-jarige François wil absoluut niet naar het seminarie. Woedend slaat Claudine hem zo gewelddadig dat hij doof wordt. Na de dood van zijn moeder begint François een ander soort relatie met een vrouw wanneer hij de wilde en afstandelijke jonge Amica koopt van een Innu-venter.

Gérard is voormalig misdaadverslaggever, drie keer gescheiden, lid van de AA en sinds zes maanden en twee dagen van de drank af. Hij is verhuisd naar een appartement aan de Rue Darling in Hochelaga, de arbeidersbuurt in Montreal waar hij opgroeide.