In de stad Lausanne is Louis directeur van een begrafenisonderneming. Als verstokte vrijgezel wijdt hij zich op zijn 58ste volledig aan zijn beroep en kan zich er niet toe brengen met pensioen te gaan. Igor is 40 jaar oud, een scherpe geest in een gehandicapt lichaam. Hij heeft een hersenverlamming. Igor levert biologische groenten op zijn driewieler om zijn huur te betalen en brengt de rest van zijn tijd door in boeken van filosofen. Door een toeval kruisen de paden van Louis en Igor elkaar. In een opwelling besluit Louis Igor mee te nemen. Ze vertrekken beiden in een lijkwagen om het lichaam van een oude vrouw naar de voet van de Cevennen te brengen. Het wordt een leerzame tocht.

Marie-Francine is een vrouw van in de vijftig. Haar huwelijk draait uit op een breuk en ze verliest bovendien nog haar baan als onderzoekster. Hierdoor wordt ze verplicht van terug te keren naar haar ouders. Deze slapen elk in een aparte kamer, waardoor er voor Marie-Francine slechts plaats is op een slaapbank in de woonkamer. Omdat ze denken het voor haar goed te doen, openen ze in de buurt een winkel waar ze elektronische sigaretten kan verkopen.

In een verlaten gebouw zijn de opnames voor een horrorfilm aan de gang. Het maken van de goedkope zombiefilm verloopt echter niet op rolletjes door het vervelende gedrag van de regisseur tegenover de cast- en crewleden. Wanneer hij besluit een oeroude zombievloek uit te spreken, moeten de aanwezigen echt vrezen voor hun leven.