Berlijn, 1943. Terwijl iedere nacht de bommen vallen, gaat het sociale leven toch door. Op een concert ontmoet Lilly, getrouwd met een frontsoldaat en moeder van vier jongens (en om die reden onderscheiden met het 'Mutterkreuz'), de energieke Felice.

Het tweede deel van de avant-gardereeks van de rebelse regisseur Peter Greenaway presenteert ons de hoofdpersoon gevangen in een Frans kasteel, waar de enige andere gevangenen vrouwen zijn die daar vrijwillig zijn binnengekomen. De theorie van de auteur is dat ieder van ons in een soort gevangenis leeft, beroofd of vrijwillig beroofd van dingen waar we van dromen. De experimenten die in het eerste deel begonnen met de montage, de camera en het acteerwerk gaan verder met gedurfde regiebeslissingen die de traditioneel ingestelde kijker misschien choqueren, maar zeker het meer 'open' deel van het publiek zullen aanspreken.

Viktor Vogel is een ambitieuze en excentrieke jonge reclamestudent. Via allerlei trucjes weet hij binnen te komen bij een groot succesvol reclamebureau en krijgt hij de baan van zijn leven aangeboden. Maar dan komt hij erachter dat hij alleen maar is gebruikt om een grote klant binnen te halen en moet hij zijn nieuwe vriendin bedriegen door haar briljante idee te stelen voor zijn campagne. Viktor ontdekt al snel dat een succesvolle baan geen garantie is voor een succesvol en gelukkig leven. Zijn carrière is nog maar net begonnen maar hij moet nu al kiezen tussen geluk of een goede baan!

In februari 1943 gingen de Duitsers ertoe over om ook de Joodse partners uit gemengde huwelijken op te pakken. Deze werden ondergebracht in een pand aan de Rosenstrasse. Een dagelijks groeiende groep echtgenoten verzamelde zich voor dat pand om te proberen hun mannen vrij te krijgen. Ruim vijftig jaar later ontmoet een jonge journaliste uit New York de vrouw die het leven van haar moeder heeft gered.

Verschillende personages worstelen zich door het leven, op zoek naar geluk. Allen zijn onzeker over liefde en verlangens en allen zouden liever iemand anders zijn.

De tienjarige Hannes heeft er veel voor over om opgenomen te worden in de Krokodillenbende. Maar bij de levensgevaarlijke capriolen op het gammele dak van een verlaten fabriek gaat het mis. Juist op dat moment speurt rolstoeler Kai met zijn telescoop de horizon af. Hij krijgt de in nood verkerende Hannes in beeld en belt onmiddellijk het alarmnummer. Wanneer Hannes later zijn redder gaat bedanken, leert hij Kai kennen, die zich wegens een verlamming in een rolstoel voortbeweegt. Ook Kai zou graag bij de bende opgenomen worden, maar de meeste bendeleden vinden een rolstoeler maar lastig. Al gauw moeten ze hun mening herzien, want Kai kan meer dan iedereen denkt. Dat blijkt als de winkel van de moeder van Hannes is beroofd.

Terwijl Hannes en Maria proberen om te gaan met hun eerste liefde, hebben de ouders van Olli en Mary heel andere problemen. Hun bedrijf is failliet en het lijkt erop dat ze voor hetzelfde werk moeten verhuizen naar een andere stad. Omdat dit ook het einde zou betekenen van de Ruhrpott-bende zetten de oudere voorstedelingen alles op alles om het uiteenvallen te voorkomen. Maar jonge rechercheurs leggen een grootschalige sabotage-actie bloot. Nadat ze de kopstukken hebben ontmaskerd, zou de fabriek misschien verder kunnen bestaan...

Christian merkt dat de relatie met zijn vriendin Julia de verkeerde kant opgaat en besluit om Kerstmis in Parijs door te brengen, in plaats van thuis bij Julia te vieren. Zij blijft alleen in hun flat in Berlijn achter en wil van de gelegenheid gebruik maken om het uit te maken met Frank, haar minnaar. Julia nodigt Frank uit om bij haar te dineren. Het wordt echter steeds moeilijker voor haar om te kiezen tussen de twee mannen: Frank blijft haar boeien met zijn intelligentie en sex-appeal, terwijl Christian haar voortdurend lastigvalt met wanhopige telefoontjes vanuit zijn toevluchtsoord.

Het is 1943 wanneer de Poolse stad Lvov bezet is door de nazi's. Armoede heerst. Op een dag ontmoet de zelfzuchtige dief en inbreker Leopold Socha (Robert Wieckiewicz) een groep Joodse vluchtelingen en verbergt ze voor geld in het labyrint van de riolen van de stad. In eerste instantie is hij alleen geïnteresseerd in de lucratieve business, maar later vreet het meer en meer aan Socha's geweten. De Poolse kruimeldief komt tot inkeer en riskeert uiteindelijk zijn eigen leven voor de vluchtelingen.

Na de scheiding leeft winkelmanager Jana alleen met haar dochter. Wanneer ze een winkeldiefstal verijdelt gaat ze niet naar de politie maar staat ze erop de vader van de jonge dader te spreken.

De tweeling Hanni en Nanni hebben absoluut geen zin om de rest van het jaar op een kostschool door te brengen. Het liefste blijven zij thuis met hun vader in Berlijn, maar dat mag niet van hun moeder. Zo eindigen zij dus toch op Lindenhof kostschool, maar ze zijn niet van plan om daar lang te blijven.