Een vrijdenkende arts op het platteland in de achttiende eeuw geeft zijn zorg aan de armen, maar raakt ondanks zijn aristocratenhaat bevriend met een jonge graaf die verliefd is op zijn pleegzuster. Samen zijn ze de machtige markies te slim af en beleven allerlei avonturen.

François Perrin is een veertigjarige journalist die al twee jaar werkloos is. Eindelijk vindt hij een nieuwe baan, bij het bekende France Hebdo. Dat is eigendom van de excentrieke miljardair Rambal-Cochet. Deze neemt elke dag deel aan de redactievergadering en zo ontmoet deze machtige man de eenvoudige Perrin. Zijn zoon Pierre vindt François zo leuk dat hij hem prompt als speelgoed wil.

Michel Gerfaut brengt een gewonde bij een auto-ongeluk naar het ziekenhuis zonder te weten dat de man het slachtoffer is van een moordaanslag. Hij komt nu zelf op de dodenlijst te staan en al gauw zitten de moordenaars achter hem aan.

Oostenrijk 1880. Het gedrag van kroonprins Rudolph is voortdurend een doorn in het oog van zijn vader Keizer Franz Joseph. Hij verenigd zich met politieke oproerkraaiers in de hoop het land te hervormen. Hij spendeert meer tijd met zijn minnaressen dan met zijn vrouw Stephanie. Het geduld van de keizer raakt op als zijn zoon publiekelijk een affaire begint met de jonge Maria Vetsera. Onder grote druk gaat Rudolph overstag en belooft hij niet langer dan 1 maand met Maria door te brengen.

Felicien Mezeray, een rijke kunsthandelaar ontmoet bij schilder Dubois, een chagrijnige en boze oud-legionair, genaamd Legrain, die op zijn rug een mooie tatouage van een schilderij van Modigliani draagt. Vanaf dat moment wordt Mezaray geobsedeerd door het idee om dit Ouevre van de grote schilder van Montparnasse te kopen. Ondanks de weigering van Legrain om letterlijk "zijn vel te verkopen" onderhandelt Mezeray met twee Amerikaanse verzamelaars, Smith en Larsen. Legrain, verbijsterd door de gekke woede van Mezeray, gaat uiteindelijk akkoord op voorwaarde dat deze zijn gehele landhuis van boven tot beneden herstelt.