Max (Theo Maassen) oefent al twintig jaar het vak van ambulancebroeder uit. Hij heeft geen vrouw, geen kinderen maar wel een buurvrouw als vriendin waar hij regelmatig mee scharrelt. Hij krijgt op een bepaald moment een nieuwe collega, een Marokkaans meisje waar hij goed mee overweg kan. Op een dag moeten ze met de ambulance naar een spoedbevalling maar een groep jongeren blokkeert de weg. Max slaat, daartoe mede aangezet door een tv-optreden van een beroemde cabaretier (Gijs Scholten van Aschat), op dat moment van zich af, waardoor juist de ellende begint.

Damiaan (Wieger Windhorst) is geslaagd voor zijn eindexamen en verlaat zijn ouderlijk huis om op kamers te gaan. Zijn moeder (Anneke Blok) die hem na de dood van haar man alleen heeft opgevoed, komt een nieuwe liefde tegen, een binnenschipper. Als zij bij hem gaat wonen verandert alles; er is geen ouderlijk huis meer en moeder en zoon leven meer en meer langs elkaar heen en verliezen elkaar uit het oog. De vraag is of de moeder-zoon liefde dit overwint.

Thijmen is het type snelle zakenman: strak in het pak, mooi huis, na het werk nog even de kroeg in en tot diep in de nacht overleggen met Tokio. Altijd druk en zelfs geen tijd voor een honkbalspelletje met zijn buurjongetje. Is dit wat hij wil?

De mooie advocate Dominique heeft een gepassioneerde nacht met vastgoedmagnaat Alexander. De volgende dag doet Alexander heel afstandelijk. Haar verbazing is groot als blijkt dat hij wil dat ze voor hem komt werken.