Dong-chul is één van de beste agenten van Noord-Korea, maar hij wordt tijdens een missie van de één op de andere dag in de steek gelaten door zijn regering. Zijn vrouw en kind zijn vermoord in China en omdat hij nergens heeft om heen te gaan besluit hij over te lopen naar Zuid-Korea.

Een bende van vijf geleid door Seok-Tae, kidnapt het babyjongetje Hwa-Yi en voeden het kind op als hun eigen zoon. Seok-Tae is een koude, maar charismatische leider, Ki-tae een geweldige autocoureur, Jin-seong een ideale planner, Beom-soo een wapenspecialist en Dong-beom een koude vechtjas. Van hen allen leert Hwa-Yi de kneepjes van het vak en wordt getraind tot een dodelijke moordenaar. Maar dan komt Hwa-Yi iets te weten dat hem op het spoor zet van zijn eigenlijke afkomst.

Ik-Hyun Choi werkt in 1982 als corrupte douanier is Busan. Samen met drie collega's neemt hij geregeld steekgeld aan, wat uiteindelijk leidt tot een onderzoek. Ik-Hyun wordt geslachtofferd en hij dreigt zijn baan kwijt te raken. Zijn leven neemt een wending als hij de gangster en achternaamgenoot Hyung-Bae Choi ontmoet. Al gauw sluiten ze een deal en weet Ik-Hyun zich binnen de onderwereld van Busan te wurmen.

In het 19de-eeuwse Korea wordt het volk geplaagd door honger en onderdrukking. Omdat hij een opdracht weigert, wordt de slager Dolmuchi ter dood veroordeeld door de wrede en arrogante heerser Jo-Yoon. Op het laatste moment wordt hij gered door de Kundo, een bende die steelt van de rijken om de hongerende boeren te helpen. Dolmuchi sluit zich bij hen aan en verklaart de oorlog aan Jo-Yoon.

Privédetective Hong Gil-dong wil wraak nemen voor de moord op zijn moeder toen hij nog een kind was. Hij ontdekt dat de dader een man is genaamd Kim, maar bij zijn huis aangekomen, vindt hij de kleinkinderen van Kim wiens grootvader is ontvoerd.

Een voormalige politieagent en nu veroordeelde voegt zich in de gevangenis bij een geheim misdaadsyndicaat. In de nacht verlaten de gevangenen de nor om perfecte misdaden te plegen. De gedetineerde Ik-ho voelt zich koning te rijk in de cel en heeft de absolute macht in handen.

Won Ryu-Hwan, die zijn training genoot in de Noord-Koreaanse Special Forces, spreekt vijf talen en is een moordmachine. Twee jaar geleden kreeg hij het bevel om als spion naar Zuid-Korea te gaan waar hij de rol op zich neemt van een dorpsgek. Op een dag vervoegen medespionnen Hae Rang, als een rockmuzikant, en Hae Jin, als een gewone student, hem in hetzelfde stadje. Dan ontstaat er een drastische politieke machtsverschuiving in Noord-Korea waardoor de drie spionnen een andere missie opgelegd krijgen.

In 2010 won Ha Jung-Woo de prijs voor beste acteur op de 46th PaekSang Arts Awards voor zijn rol in de film "Take Off". Tijdens zijn speech zei hij een wandeltocht te maken door heel Zuid-Korea als hij ooit weer zou winnen. In het volgende jaar won Ha Jung-Woo weer de prijs voor beste acteur voor zijn werk in de film "The Yellow Sea". Om aan zijn belofte te voldoen, begon hij aan zijn reis en sleepte andere acteurs en actrices daarin mee. Ze liepen van Seoul naar Haenam. De reis duurde 20 dagen en ze overbrugden 577 km.

Speckles, een woeste tarbosaurus, en zijn jonge zoon Junior rouwen om het verlies van hun familie. Ze zwerven door het land op zoek naar voedsel, avontuur en vrede. Onder het toeziend oog van zijn vader groeit Junior gezond en sterk op. Na een gevecht wordt Junior gekidnapt en Speckles begeeft zich op een avontuur naar de uiteinden van de aarde om zijn zoon te vinden.

In de jaren negentig, toen de Go-gokkoorts Korea overspoelde, verliest Gui-su alles omdat zijn vader obsessief gokte totdat er niets meer over was. Helemaal alleen op de wereld, ontmoet Gui-su een mentor en Go-leraar, Il-do, en ondergaat een wrede training om de grootmeester van Go te worden. Hij wil wraak nemen op de wereld die zijn leven verwoestte, maar wordt al snel achtervolgd door een onbekende eenling die zijn eigen wraak nastreeft.

In 1592 nemen admiraal Yi Sun-sin en zijn vloot het op tegen de macht van de binnenvallende Japanse marine en haar formidabele oorlogsschepen. Terwijl de Koreaanse strijdkrachten in een crisis terechtkomen, neemt de admiraal zijn toevlucht tot het gebruik van zijn geheime wapen, de drakenkop schepen die bekend staan ​​als geobukseon, om het tij van deze epische strijd op zee te keren.

In de dagen voorafgaand aan de Olympische Spelen van 1988 in Seoul probeert een bont team van chauffeurs en monteurs undercover een enorme bende witwassers te ontmantelen.

Na de moord op president Park is de staat van beleg afgekondigd. Er breekt een staatsgreep uit door defensie-veiligheidscommandant Chun Doo-gwang en een privégroep officieren die hem volgen. commandant Lee Tae-shin, een koppige soldaat die vindt dat het leger geen politieke actie mag ondernemen, vecht tegen Chun Doo-gwang om hem tegen te houden.