Kleine Nicolaas gaat op vakantie
5/450
Het is het einde van het schooljaar. Het grote moment van de vakantie is aangebroken. De kleine Nicolas, zijn ouders en Mémé vertrekken richting zee en verblijven tijdens hun vakantie in het hotel Beau-Rivage. Op het strand maakt Nicolas al snel nieuwe vrienden. Zo is er Blaise, die niet met vakantie is want hij woont daar, Fructueux, die alles lust, zelfs vis, Djodjo, die niet zoals hen praat omdat hij uit Engeland komt, Crépin, die niets anders doet dan wenen en Côme, die altijd gelijk wil hebben en dat is echt wel vervelend. Maar Nicolas leert ook Isabelle kennen, een meisje dat hem voortdurend met grote ronde en verontrustende ogen aanstaart. Hij verdenkt zijn ouders er van dat ze hem willen verplichten om met haar te trouwen. De misverstanden stapelen zich op en de fratsen beginnen. Eén ding is zeker: het zal voor iedereen een onvergetelijke vakantie worden....