In dit kleine Provençaalse dorpje vestigt zich een nieuwe bakker, Aimable. Zijn vrouw Aurelie is mooi en veel jonger dan hij. Ze vertrekt met een herder de nacht nadat Aimable zijn eerste brood heeft geproduceerd. Aimable is zo getroffen dat hij niet meer kan werken. Daarom nemen de dorpelingen, die aanvankelijk lachten om zijn cuckoldry, de zaak zeer serieus (ze willen het brood) en bedenken een plan om Aurelie te vinden en haar terug te brengen naar de bakkerij.

Honoré Panisse sterft opgewekt, met vrienden, vrouw en zoon aan zijn zijde. Hij bekent tegenover de priester in het bijzijn van zijn vrienden; hij staat erop dat de dokter eerlijk is. Maar hij kan zichzelf er niet toe brengen zijn zoon Césariot te vertellen dat zijn echte vader Marius is, de afwezige zoon van César, de peetvader van Césario. Panisse laat dat over aan Fanny, de moeder van de jongen. Césariot doet alsof hij op bezoek is bij een vriend en gaat op zoek naar Marius, nu monteur in Toulon. Césariot doet zich voor als journalist en brengt tijd door met Marius en laat geloven dat hij een kruimeldief is. Pas nadat de waarheid aan het licht komt, kunnen Marius, Fanny, César en Césariot voorbij de onwaarheden stappen, hoe goedaardig ze ook zijn.