Het is 50 jaar voor Christus. Onze grote helden Asterix en Obelix leven in een klein dorp in Gallië. Het is het enige dorp dat de Romeinen nog niet hebben veroverd. Als Julius Ceasar hoort van het opstandige dorp, roept hij de hulp in van Castrofus. Zal het Asterix en obelix lukken om alle beproevingen te weerstaan en in vrede verder te leven?

Madame Jumaucourt, de directrice van het Louis XIV-lyceum, is onthutst wanneer ze de resultaten van het staatsexamen onder ogen krijgt: alle leerlingen zijn gezakt. Een dergelijke ramp moet ten alle prijs vermeden worden. Daarom moeten er weer orde en tucht heersen op school. Inspraak krijgen de leerlingen niet meer en die lopen dan ook niet over van enthousiasme. Met ijzeren hand worden ze nu voorbereid op het baccalaureaat. Enkele van die maatregelen zijn: een videocircuit, een rookdetector en een keiharde turnleraar...

Student Bébel was van plan met de knappe en rijke Jennifer op reis te gaan naar de Seychellen, maar op de luchthaven constateert hij dat zij met haar leraar Frans is opgestegen. Claudine zou ook vertrekken met haar verloofde Stéphane, maar haar tweelingzus Hélène heeft haar plaats ingenomen zodat Claudine nu enkele dagen vrij spel heeft. Ook Jean-Louis Memphis, een zangerproducer, heeft problemen met zijn vakantie. Hij had zijn vrouw naar de Seychellen gestuurd om te kunnen rotzooien met de wulpse Claudia, maar die blijkt nu op haar beurt naar de populaire vakantie-eilanden te zijn vertrokken.