Parijs, 1835. De Franse adel leeft in een laveloze, decadente wereld en heeft de tijden van de Verlichting allang achter zich gelaten. De Markiezin de Flers valt op een jonge, charmante aristocraat, Ryno de Marigny, die op zijn beurt weer in een andere geruchtmakende affaire met een Spaanse minnares verzeild is geraakt.

Het leven vanaf de jaren 30 tot het heden van de Algerijn Younes. Zijn lot is gekenmerkt door tragedies. Hij wordt geboren in een arm boerengezin en wordt op negenjarige leeftijd weggerukt bij zijn moeder. Hij wordt toevertrouwd aan zijn oom, een notabele in Oran in Algerijë. Getrouwd met een Française, droomt zijn oom van een beter leven voor zijn charmante neef Younes. Herdoopt als Jonas integreert hij met de jongeren van de 'Pied Noirs', de Franse bevolkingsgroep in Algerijë voor de onafhankelijkheid van het land. Zijn leven zal echter snel worden verstoord door conflicten die het land op zijn grondvesten doen schudden.

Sinds haar jeugd heeft Jessica nachtmerries. Hierop besluit ze de psychofysiologie van dromen te bestuderen. Wanneer haar grootmoeder sterft keert ze terug naar het familiehuis. Bij haar aankomst komt ze tot de ontdekking dat het lichaam van haar oma in de aangrenzende kamer naast die van haar ligt opgebaard. Jessica krijgt last van hoge koorts en nachtmerries waarin ze haar oma tegenkomt.

Freddy heeft niet veel om naar uit te kijken in zijn leven. Hij is werkloos, woont nog bij zijn moeder en lijdt aan epilepsie. Ook zijn vrienden zijn niet veel beter af. Toch is er een lichtpuntje in Freddy's leven: zijn vriendin Marie, met wie hij op de brommer rondtrekt en veel seks heeft. Wanneer een mooie jonge Noord-Afrikaan opduikt en een oogje op Marie laat vallen, zijn de rapen gaar.