Le Passager de l'été
6/24
In 1950 nam Monique Gaillard, een karaktervolle vrouw met een ijzeren wil, de boerderij over van haar echtgenoot, die ten strijde was getrokken en nooit meer was teruggekeerd. , zoals zoveel anderen. De boerderij is eigendom van de burgemeester, Maurice Lecouvey. Ze verhuurt het en exploiteert het met zelfopoffering, waarbij ze het leven vergeet, zichzelf vergeet. Haar dochter Jeanne, een dorpsleraar, kan het niets schelen en droomt er alleen maar van om naar de stad te gaan. De confrontatie met zijn moeder is impliciet geschreven. Vriend en vertrouwelinge van Jeanne, Angèle, dorpsapotheker, denkt alleen aan jongens. Ze accepteert haar dagelijkse leven met haar charme die ze weet te gebruiken. Joseph Gabeur, 17 jaar oud, seizoensbediende op de boerderij, arriveert op een ochtend op de boerderij van Monique om werk te zoeken. Een vrij man, een sterk, trots karakter, verankerd in de oude waarden van goed werk, hij zal het leven op de boerderij op zijn kop zetten...