Berlijn in het jaar 1945. Twee jeugdbendes die met elkaar overhoop liggen sluiten vrede, om een circusartieste te helpen die mishandeld is. Zij zorgen voor haar tot ze beter is en bouwen een nieuw circus voor haar op.

Na de Tweede Wereldoorlog ligt Berlijn in puin. Voor Gustav, Willi en hun vrienden vormt het puin een avontuurlijke, gevaarlijke speeltuin. Vooral voor Gustav helpt het de tijd te doden, omdat hij verlangt naar de terugkeer van zijn vader uit een krijgsgevangenenkamp. Op een dag arriveert er een vreemdeling, die er hulpeloos en hopeloos uitziet.

Lang voordat hij de corpulente Goldfinger speelde, was de Duitse acteur Gert Froebe een vogelverschrikker magere komiek. In Berliner Ballade maakt Froebe zijn filmdebuut als Otto, een waardeloze man die zich probeert aan te passen aan de naoorlogse beproevingen van zijn verslagen natie. Gehinderd door profiteurs op de zwarte markt en overheidsbureaucraten, begint Otto te fantaseren over een gelukkiger leven aan het einde van die altijd ongrijpbare regenboog. Regisseur R.A. Stemmle hoeft niet naar pathos te streven: hij plaatst zijn slungelige ster slechts midden in de ruïnes van een gebombardeerd Berlijn, en het punt is voor hem gemaakt. Berliner Ballade, gefilmd in 1948, werd later in de VS uitgebracht als The Berliner.