El príncipe
7/47
Chili, enige tijd vóór Allende president wordt. De jonge twintiger Jaime is een zelfingenomen eenzaat. Hij snijdt zijn beste vriend, bijgenaamd 'de Zigeuner', de keel door in wat lijkt op een passionele daad. In de gevangenis maakt hij kennis met 'de Hengst', een gerespecteerde, oudere man die toenadering tot hem zoekt vanuit een innige behoefte aan affectie en een ontembaar verlangen naar erkenning. Er groeit een intieme relatie tussen hen, "een zwarte liefde" zoals het in de gevangenis wordt genoemd. Het laat Jaime, bijgenaamd 'de Prins', toe om bepaalde gevoelens te ontdekken in de schaduw van de machtsstrijd achter de tralies.