In het kosmopolitische en kleurrijke 10e arrondissement van Parijs kruist Philippe, die net uit de gevangenis komt, het pad met Avdal, een Koerd die een Iraakse oorlogsmisdadiger probeert op te sporen. Avdal, die ervan droomt in Frankrijk te blijven, is van plan zijn verloofde Siba naar Parijs te halen. Ze zal de komende dagen arriveren. De twee mannen sluiten vriendschap en wanneer Avdal plotseling en onverwacht overlijdt, moet Philippe de begrafenis regelen. Wat moet hij met het lichaam doen? Siba arriveert in Parijs en ontdekt al snel dat Avdal is overleden. Ze wordt opgevangen door een groep Koerdische mannen en al snel ontmoet ze ook Philippe, die allemaal behoorlijk onder de indruk zijn van haar schoonheid. Ondertussen komt Avdals vader Cheto, een vrome moslim, naar Parijs om te rouwen om zijn zoon. Hij is van plan Siba te dwingen terug te keren naar haar vaderland, maar de jonge vrouw heeft inmiddels de smaak van de vrijheid geproefd.

In het kleine dorpje Boldrup woont Ecki. Hij is keeper bij het plaatselijke voetbalelftal. Als hij door een schwalbe van een tegenstander in de laatste minuut een penalty tegen krijgt en zijn teamgenoten er per ongeluk achter komen dat hij homo is, wordt hij uit het team gezet. Ecki zint op wraak en gaat met zijn oude teamgenoten een weddenschap aan. Ecki heeft vier weken de tijd om een team dat louter uit homo's bestaat samen te stellen om tegen zijn oude team te laten spelen. Op zoek naar nieuwe teamgenoten reist hij af naar Düsseldorf, waar zijn zus woont.

De Duitse arts Martina bevindt zich in Irak om er te helpen bij de medische taken. Daar wordt ze echter ontvoerd door een soennitische groep. Haar gevangenschap plaatst haar niet alleen voor een fysieke, maar bovenal mentale, harde test. Hoe langer Martina wordt vastgehouden, des te meer begint ze haar perceptie, haar loyaliteit en de betekenis van haar eigen bestaan ​​in vraag te stellen.