Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, terwijl de Duitsers Tsjechoslowakije bezetten. De vader van de tiener Emilka wordt vermoord door de nazi's, maar ze wordt geselecteerd voor een speciale behandeling omdat ze blond is. Ze wordt ingekwartierd bij de commandant van een concentratiekamp nabij de Baltische kust, waar zijn vriendelijkheid jegens haar de jaloezie van zijn vrouw opwekt, maar in gevaar komt wanneer Emilka getuige is van zijn wreedheid jegens de gevangenen.

De niet-heroïsche held van het verhaal, de veertigjarige Godfather Burda, is een eeuwige idealist die ontevreden is over de manier waarop hij leeft. Het huwelijk is niets waard, zijn vrouw leeft volledig in de gevangenschap van computers en heeft zelfs geen begrip voor zijn recessiegrappen. Het leven in de grote stad irriteert hem letterlijk en figuurlijk, hij verlangt naar zijn geboortebos in de pure natuur. Hij wil zijn levensvreugde elders vinden dan in de technische vooruitgang, en het uiten van deze mening zal hem zelfs een paar welgemikte klappen opleveren. En zo komt de opstand – tegen alles en iedereen. Bovendien raakt een jong en charmant meisje, Terezka, die dezelfde opvattingen heeft als hij, ook betrokken bij zijn reis. En zo belandt Burda in de bergen met een mobiele tandartspraktijk en een meisje dat alleen maar bij hem wil wonen. Het lijkt erop dat de idylle kan beginnen. Maar...

Een satirische komedie die zich ergens rond 1900 afspeelt. De inwoners van Petitsa maken zich zorgen over een mysterieus pakketje dat afgeleverd zou worden bij de getuige van dit kleine stadje. Uiteraard claimen alle gemeenteraadsleden de getuige te zijn. Uiteindelijk blijkt dat dit een uitgebreide grap was, bedoeld om het ware karakter van de 'beste mannen' van de stad te onthullen.