1986. De provincie Gyunggi. Het lichaam van een op beestachtige wijze verkrachte en vermoorde vrouw wordt gevonden. Twee maanden later vindt een serie soortgelijke verkrachtingen en moorden plaats. Een speciale eenheid wordt in het gebied ingezet.

Politieagent Dae-ro van de divisie "gewelddadige misdrijven" is een held in de ogen van zijn dochter. In werkelijkheid is hij corrupt en alleen geïnteresseerd in omkoop-geld en mooie vrouwen. Het is een egoïst die tot grote hoogtes gaat om zijn eigen hachje te redden en zichzelf uit gevaarlijke situaties te houden. Als hij op een dag achter een verdachte aan zit valt hij plotseling flauw, om even later in het ziekenhuis wakker te worden. Hier wordt hem verteld dat hij een hersentumor heeft en op zijn hoogst nog maar 3 maanden te leven heeft. Om zijn dochter van financiële zekerheid te voorzien wil Dae-ro zijn eigen dood in scene zetten. Het moet op een ongeluk lijken zodat zij een flinke som geld van de verzekering zal ontvangen...

Mei, 1980. Man-seob is een taxichauffeur in Seoel die zijn jonge dochter alleen moet opvoeden met hoge ziekenhuisrekeningen nadat zijn vrouw overleed. Op een dag hoort hij dat een Duitser genaamd Peter bereid is een grote som te betalen voor een heen-en-terug reis naar Gwangju.

De baas van een gangsterbende, Jang Dong-su genaamd, weet op het nippertje een gewelddadige aanval door een ongrijpbare seriemoordenaar te overleven. Daarop gaat hij een onwaarschijnlijk samenwerkingsverband aan met de lokale detective Jung Tae-seok om de sadistische moordenaar, bekend onder de naam "K", in de kraag te vatten.

Si-hyun, beleidsmanager bij de Koreaanse Bank, voorspelt een enorme nationale financiële crisis en meldt dit bij de directeur. Die plant echter 10 dagen later pas een crisisoverleg, maar doet dit zonder het publiek op de hoogte te stellen van de situatie. Si-hyun dringt er op aan dat de crisis wordt aangekondigd om mensen te waarschuwen voor de dreigende ramp, maar haar pleidooi wordt genegeerd. De top wordt achter gesloten deuren gehouden.