In 1933 wordt Korea bezet door het Japanse leger. Veel leden van het verzet zijn gedwongen te vluchten naar China. Ze vernemen dat de hoogste commandant van het Japanse leger Korea zal bezoeken. Het verzet is van plan om hem te doden.

De late jaren 20. De onafhankelijke organisatie het Heroïsche Korps strijdt voor de Koreaanse afhankelijkheid tijdens de Japanse bezetting, waarbij ze er niet voor terugdeinzen om geweld te gebruiken. Een Japanse politieagent, geboren in Korea, was vroeger lid van deze organisatie. Hij wordt verscheurd door de keuze tussen zijn taak als agent en zijn voormalige beweging die een groter doel vooropstelt.

Een ambitieuze politieman wil de topman van het grootste drugskartel van Azië ontmaskeren. Om zijn doel te bereiken doet hij een beroep op een lid van de bende die wraak wil nemen op zijn baas. Het blijkt echter een levensgevaarlijke opdracht om het tegen de psychotische baas op te nemen.

Het is het jaar 1993 en voormalig militair officier Suk-young Park wordt door de overheid gerekruteerd als spion. Hij gaat aan de slag voor de Zuid-Koreaanse inlichtingendienst en krijgt de codenaam "Black Venus".

Korea, 1938. Joo-ran is een getalenteerd meisje dat wordt overgebracht naar de Gyeongseong Boarding School in de buurt van Keijyo, het latere Seoel. Maar de Gyeongseong School is geen normale school.

Park Tae Soo komt uit een moeilijke familie. Na een al even moeilijke jeugd besloot hij officier van justitie te worden. Nu, jaren later, is hij één van de beste in zijn vak en tevens de jongste. Wanneer hij zijn collega Han Kang Sik ontmoet, verandert alles.

Een overgeschoolde, ontgoochelde vrouw, Ja-young, verliest haar ambitie na vele slopende jaren studeren voor het openbare officiële examen. Op een eenzame avond glijdt een mooie, fitte hardloper, Hyun-joo, soepel langs haar heen. Geïntrigeerd door deze hemelse visie van harmonie en gratie keert Ja-young herhaaldelijk terug, in de hoop het voorwerp van haar nieuwsgierigheid te ontmoeten.