De zeven korte films waaruit GENIUS PARTY bestaat, kunnen niet diverser zijn, alleen verbonden door een hoge standaard van kwaliteit en inspiratie. Het introstuk van Atsuko Fukushima is een fantastische abstractie om met de ogen in je op te nemen. Masaaki Yuasa, bekend van MIND GAME en CAT SOUP, brengt zijn kenmerkende en bedrieglijk eenvoudige grafische stijl en droomtoestandslogica naar de tafel met 'Happy Machine', zijn draai aan het vroegste jaar van een kind. Shinji Kimura's griezelige 'Deathtic 4' lijkt ondertussen de griezelige hoeken van de verbeelding van een kind aan te boren en een speelgoeddoos vol duistere geneugten te openen. Hideki Futamura's 'Limit Cycle' roept een visie op van virtual reality, terwijl Yuji Fukuyama's 'Doorbell' en 'Baby Blue' van Shinichiro Watanabe ingetogen realisme gebruiken voor zeer surrealistische doeleinden. En Shoji Kawamori, met 'Shanghai Dragon', neemt de stijlfiguren en conventies van traditionele anime mee voor een erg leuke joyride.

Tiener Nami maakt een op zijn zachts gezegd een zeer ongelukkige jeugd door. Door alles en iedereen in de steek gelaten komt ze tot de conclusie dat elk mens alleen geboren wordt, leeft en sterft. Deze filosofie leidt tot een uitzonderlijke hobby: het achtervolgen van eenzame zielen. Nami is dan ook dolgelukkig als ze de bejaarde Shiomi op straat spot, een verbitterde alleenstaande man. Maar het loopt op bloedige wijze uit de hand wanneer een christelijke zendeling bij hem op stoep staat.

Een jong meisje genaamd Ai, geboren in een klein stadje in Japan, wordt door haar religieuze, maniakale moeder naar een sektegemeenschap gestuurd en woont daar zeven lange jaren. Nadat de sekte door de politie is ontmaskerd, begint Ai aan een nieuwe levensfase: ze gaat voor het eerst naar een normale school, maar ze kan daar haar plek niet vinden. Ai verlaat de school en de samenleving en brengt haar leven door met een delinquente familie vol gangsters en callgirls. Door een vreemde wending van het lot komt ze terecht in een nieuw en normaal leven, waar ze bij een gezin uit de middenklasse leeft, maar haar moeilijke leven blijft haar volgen op diepere en louche paden.

De zussen Ami en Yoshie, die in het wetteloze Ishinari-district in het toekomstige Japan wonen, proberen de kost te verdienen door als idool groep in het gebied op te treden. Ze hebben hun lichaam verkocht om hun ouders te helpen. Wanneer hun optreden ervoor zorgt dat vreemdeling Matsukata, een beruchte huurmoordenaar, hun toestand opmerkt, beseffen de drie wat ze voor elkaar waard zijn in de strijd tegen Aoyama Dharma (Kimono Negishi), de vrouwelijke baas van een beruchte orgaan rovers bende in het gebied. . De twee beseffen dat zelfs hun vaardigheden geen partij zijn voor haar leger van handlangers en worden uitgerust met speciale zelfgemaakte wapens en worden de ultieme moordenaars.

Een onbekend soort parasiet nestelt zich in menselijke lichamen. De parasiet neemt zijn slachtoffer over, en transformeert het in een gevaarlijk monster. Deze monsters - genaamd "Necro-borgs" vechten tegen elkaar tot er één van hen sterft.

Yui, een studente, verhuist naar haar eerste eigen appartement, waar ze haar nieuwe, onafhankelijke leven begint in een grote stad. Kort daarna wekt de bovenbuurman Takashi haar interesse.

Wanneer het begonnen is en waarom ze oorlog voeren, weten de soldaten niet meer. Plichtsgetrouw – bevel is bevel – marcheren zij elke ochtend naar de rivier. Tussen 9 en 5 beschieten zij vanaf de oever het dorp aan de overkant, en dat al decennia lang. Als soldaat Tsuyuki wordt overgeplaatst naar de militaire blaaskapel, krijgt hij keer op keer de vraag voorgelegd welk doel muziek nou eigenlijk dient in een oorlog.